In Catalonië beweert men dat een banketbakker genaamd Pabio Turron aan het eind van de 18e eeuw, ten tijde van de Spaanse Successieoorlog, de turrón uitvond in Barcelona. Van amandelen en honing, de enige levensmiddelen die er nog waren in de belegerde stad, zou hij een soort nougat gemaakt hebben die als noodrantsoen diende. Het is echter waarschijnlijker dat de lekkernij door de Arabische veroveraars in Spanje is geďntroduceerd. In Jijona bij Alicante maakten joden en Arabieren lang voordat Pabio Turron geboren was al een soort nougat, die halve werd genoemd. In Turkije en het Nabije Oosten is nog steeds een zoete spijs te vinden die halva heet. In Valencia werd turrón al vroeg als delicatesse beschouwd. In de 16e eeuw zetten de raadsleden van Alicante hoog bezoek turrón en vijgenbrood (pan de higos) voor. Ze schijnen erg gul te zijn geweest, want in 1595 maande koning Filips 11 de stadsbestuurders in een brief tot matigen bij het aanbieden van deze kostelijke geschenken. Hoewel turrón tegenwoordig in heel Spanje bekend is en men er vooral met Kerst overal van smult, geldt de Valenciaanse plaats Jijona nog steeds als het centrum van de turrón-productie. Door de eeuwen heen is de ambachtelijke bereiding blijven bestaan, waar de turronero kritisch op toeziet. Amandelen en honing zijn nog steeds de basisingrediënten voor echte turrón, waarvan puristen slechts twee soorten erkennen: